Haakon Stotijn

Geboren 11 februari 1915 in Den Haag als Jacob Haakon Stotijn. (Haakon wordt uitgesproken als “Hookon”) Zoon van Jaap Stotijn (Hoboïst en pianist) en Geertruida Stotijn-Molenaar (sopraan) Een familieverhaal over de naam van Haakon: die kwam uit een favoriet lied van Trui en Jaap, Margretes Vuggesang uit Quatre romances op.15 van Grieg. Jaap, toch wat ongerust over de ongebruikelijke voornaam, heeft op eigen houtje bij burgerlijke stand zijn eigen voornaam, Jacob, toegevoegd.

Muzikale opleiding

Eerst kreeg hij vioollessen, dat zou goed zijn voor ontwikkeling van gehoor. Toen zijn longen sterk genoeg waren, vanaf zijn vijftiende jaar, kreeg hij hoboles van vader Jaap. Spoedig volgde hij de lessen op het Koninklijk Conservatorium Den Haag en volgden de eerste optredens met viool met Jaap. Eerste recensie van een optreden met hobo vinden we op 25-12-1932 in Het Vaderland Op 4-4-1934 een aankondiging voor een soloconcert in Alkmaar. 28-12-1934, Maastricht: Eerste uitvoering in het Concertgebouw van het concert voor twee hobo’s van Alexander Voormolen met vader Jaap Stotijn. Een enorm succes, het stuk is daarna door hen nog tientallen malen uitgevoerd door het hele land. 30-01-1935 aankondiging van een kerkconcert in Utrecht, met organist Mees van Huis, Jaap Stotijn, Trui Stotijn-Molenaar en Haakon Stotijn, een van de vele, gezamenlijke optredens. 16-12-1935 Haakon Stotijn geslaagd op Koninklijk Conservatorium voor orkestspel met onderscheiding voor toonvorming en voordracht. Jong getrouwd met Mieke (Melly) Lindeman.

Werk

Leraar op muziekscholen in Utrecht en Leiden. Hoboïst bij Haarlemsch Orkest Oktober 1935: Eerste baan in Bern (Zwitserland) als 1ste hoboïst bij Städtisches Orchester Bern, voorloper van Das Berner Symphonieorchester. Moest daar eerst wennen aan plaatselijke gewoontes (chauvinisme) in het orkest. Kwam wegens ernstige ziekte in 1937 terug naar Nederland. Jaap heeft hem opgehaald met de auto. Hij was sterk vermagerd en al opgegeven, maar door injectie van een hoge dosis vitamine C door een tropenarts (volgens een familieverhaal) en een dieet van gepelde druiven weer opgekrabbeld. Zijn darmen bleven een kwetsbaar punt.

1939: Baan bij het VARA-radio-orkest. In die tijd veel werd veel live muziek uitgevoerd op de radio en werden minder grammofoonplaten gedraaid dan nu. Sept 1940 bij Concertgebouworkest aangenomen. Mengelberg. Opvolger van Georges Blanchard, die op 1 sept 1943 met pensioen ging. 17-11-1940: Concertgebouw quintet opgericht met H. Barwahser (fluit), Haakon Stotijn (hobo), Rudolf Gall (klarinet), J. Bos (hoorn),Thom de Klerk (fagot) Hij was lid van het Amsterdamsch Kamermuziek Gezelschap, dat zich voor het eerst op 4 oktober 1942 presenteerde. Er werd in de oorlog door het orkest tot eind 1944 doorgespeeld. De hongerwinter kwamen ze door in Oegstgeest, bij een leerling.

Radio-interview in het Concertgebouw na de terugkeer van het Concertgebouw Orkest van een tournee door Groot-Brittannië. (1947) Links dirigent Eduard van Beinum (1900-1959) en hoboïst Haakon Stotijn (1915-1964), rechts de interviewer van de Wereldomroep. Foto: ANP

Na de oorlog was hij actief in vredesbeweging en zette zich in voor ontwapening. Zijn uitgesproken linkse overtuiging brachten hem in de periode van de koude oorlog in grote problemen. Hij kreeg een “Berufsverbot”, werd ontslagen door de VARA en de NCRV, geweerd van de radio en kon geen schoolconcerten meer geven. Hierover werden zelfs in de Tweede Kamer vragen gesteld. In de zomer van 1954 kregen hij, zijn collega-hoboïst Cees van der Kraan en nog twee anderen van het orkest geen visum voor de USA. Zij konden dus niet deelnemen aan de eerste tournee van het orkest naar Amerika. Deze affaire leidde ook tot grote beroering en verontwaardiging. Hij was zeer actief in de kamermuziek, o.a. in Alma Musica (vanaf 1947) en het Nederlands Kamerorkest o.l.v. Szymon Goldberg. 1954- scheiding van Mieke Lindeman. Rechtszaken om de voogdij over de kinderen. 1955- trouwt met Nokie Gomperts, maar dat huwelijk wordt weer snel ontbonden. 1957 opname van LP met organist Albert de Klerk waarop o.a. sonates van Vivaldi, de Fesch en Santo Lapis. Diverse plaatopnames volgden rond deze tijd. Hij was hoofdvakdocent hobo en ensemblespel aan het Amsterdams Conservatorium en aan het Muzieklyceum en leverde talloze succesvolle leerlingen af.

In 1962 werd hij wegens een darmontsteking opgenomen en geopereerd. In de zomer van 1964 nogmaals opgenomen, ditmaal bleken operaties niet meer te helpen. Haakon Stotijn overleed aan de complicaties op 3 november 1964.

De uitvaart: bij het Concertgebouw staat althoboïst Leo van der Lek met een krans. Daarachter de hoboïsten Cees van der Kraan en Carlo Ravelli.